‘Het helpt heel erg als je concrete voorbeelden kunt inbrengen.’

Naam: Fleur van Wijk
Opleiding: Studie Rechten (WO) en Spaanse Taal en Cultuur (WO)
Beroep: is werkzaam geweest als socialezekerheidsrecht jurist. Nu als advocaat in de vastgoedsector, onder andere het bestuursrecht   
Ambitie: ‘
Dat mensen met een chronische aandoening nog meer serieus worden genomen in hun klachten.’

Fleur is tot 2019 werkzaam geweest als socialezekerheidsrecht jurist en begeleidde mensen die met het UWV in aanraking kwamen. Dat ging meestal over besluitvorming, waartegen bezwaar moest worden aangetekend. Ze las de rapporten van de verzekeringsarts en soms ging ze mee naar een arts. Ze zag waar mensen tegenaan liepen. Vooral als mensen onzichtbare klachten hebben. Dat is de reden dat Fleur betrokken is bij dit project. En zich er graag voor inzet.

Waar liepen mensen zoal tegenaan?

‘Het ging vaak over besluitvorming van het UWV. Meestal om een urenbeperking. Dat was vooral het pijnpunt. Als iemand zegt ‘ik kan maar zoveel uren werken’, dan is dat niet overtuigend genoeg. Dit kan behoorlijk uitmaken voor de mate van arbeidsongeschiktheid. Mensen werden bijvoorbeeld geconfronteerd met een oordeel van het UWV dat zij van 0% naar 100% arbeidsgeschiktheid gingen of andersom. Vooral als klachten niet zichtbaar zijn, is het lastig om hard te maken dat je niet kunt werken. Het is ingewikkeld om daar dan een stevig bezwaar op in te dienen. En daarin begeleidde ik de mensen dan.’

Welke tips kun je daarin meegeven?

Het helpt heel erg als je concreet bent.  Als je voorbeelden kunt noemen van wat je niet kunt en wat je nog wel kunt. Een verhaal over hoe een (doorsnee) dag eruitziet, geeft een arts wat meer beeld. En dan moet je je niet beter voordoen dan je werkelijk bent. Vertellen dat je -nadat je iets gedaan hebt- moet rusten om weer een beetje bij te komen. Die concrete verhalen kunnen een arts overtuigen dat het beter is om een urenbeperking aan te nemen. Dat iemand maar een beperkt uren inzetbaar is. Of dat je op een schaal van 10, na een uur werken op 9 zit, qua vermoeidheid. Hoe concreter hoe beter! Daarmee geef je handvatten aan je gesprekspartner om te begrijpen waar je tegenaan loopt.’

Maar weet een arts dat dan niet?

Je hoopt of verwacht dat een arts het wel snapt en weet waar je tegenaan loopt. Maar dat is vaak niet zo. Het is belangrijk om ‘in de schoenen van de arts’ te gaan staan. Te snappen dat het voor de arts ook moeilijk is. Hij wordt vaak gezien als boeman, vooral als je zelf niet lekker in je vel zit. Maar hij of zij moet gewoon zijn werk doen aan de hand van een lijst en van protocollen. Voor een arts is het ook best moeilijk om zo’n ‘functionele mogelijkheden lijst’ in te vullen bij onzichtbare klachten. Dus hoe meer informatie je geeft, hoe meer je hem helpt om met jou mee te denken.’ 

Nog meer tips?

‘Maak gebruik van mensen in je omgeving. Zij kunnen -door vragen te stellen- helpen om je voor te bereiden op een gesprek. Je partner of je kinderen kunnen vaak goed zien hoe je bent. Hoe je de ene dag veel meer kunt dan de andere. Het is ook echt nuttig dat je iemand meeneemt naar zo’n gesprek, om zo nodig aan te vullen met concrete voorbeelden.
Dat is natuurlijk heel lastig, dus daarom is het ook goed dat er instrumenten zijn die kunnen helpen. Bijvoorbeeld de vragen die gesteld worden in Mijn Patiëntreis: hoe voel je je vandaag? Of een lijst met eenvoudige vragen die kunnen helpen om jouw verhaal makkelijker naar boven te halen.’

 

Lukt het vaak wel als je concrete voorbeelden inbrengt?

‘Concreet zijn is een begin, maar soms is er meer ondersteuning nodig. Als het UWV een besluit geeft waar je het niet mee eens bent, dan kun je juridisch advies inwinnen. Bijvoorbeeld of het zinvol is om bezwaar aan te tekenen tegen dit oordeel. En de jurist neemt  dan de regie. Soms wordt er dan een externe medisch deskundige bij betrokken, die er wat meer over kan zeggen, bijvoorbeeld  een andere verzekeringsarts of een psycholoog die kan onderbouwen dat de ervaren belemmeringen geloofwaardig zijn. Het is dan wel handig om een rechtsbijstandsverzekering te hebben die de contraexpertise vergoedt,  want de kosten zijn hoog.’

Is het belangrijk dat mensen gewezen worden op patiëntenorganisaties?

‘Ja, want patiëntenorganisaties zijn heel nuttig en je hebt er veel aan. Het geeft je houvast en maakt je alert. Je raakt op die manier goed op de hoogte wat de aandoening inhoudt en teweeg kan brengen. Want dat zul je ook moeten uitleggen aan bedrijfsartsen of leidinggevenden.
Sowieso is het goed om je te informeren en om te lezen en te horen hoe anderen met de aandoening omgaan. Lotgenotencontact is heel erg nuttig. Vooral als je net ziek wordt, dan kun  je daar  veel aan hebben. Het is belangrijk dat mensen erop gewezen worden en dat de organisaties makkelijk vindbaar zijn. Bijvoorbeeld via een link.’

 

Wat is jouw hoop, jouw ambitie?

‘Dat mensen met een chronische aandoening nog meer serieus worden genomen in hun klachten. Want dat helpt op de langere termijn. Om het te accepteren. En om misschien wel meer te kunnen doen, als je in een vroeg stadium wordt geloofd en de ruimte en mogelijkheden om je leven erop in te richten. Daarmee doe je recht aan de mensen, aan wat mensen kunnen.
Dat maakt je op de langere termijn een gelukkiger en productiever persoon.
Daarom is het zo belangrijk dat ze tools krijgen om daar in alle rust aan te werken.
Ik wil daaraan graag meedenken en betrokken zijn bij de ontwikkeling van Mijn Re-integratieplatform.’

Dank, Fleur, voor de mooie en heldere tips en voor je inzet voor dit project!