‘Zelfregie is de sleutel tot succesvolle re-integratie’

Naam: Alex Schonewille
Opleiding: THW, nu Facility Management (HBO) / Algemene Sociale Wetenschappen (WO)
Beroep: senior re-integratie- & loopbaancoach bij Kopwerk (zzp); www.kopwerk.info)
Ambitie / Hoop: Dat we verder toegaan naar integraal kijken en naar meer samenwerken. Zoals in de zorg die breder gaat kijken en leefstijl meeneemt. Mijn Re-integratieplan faciliteert daarbij de werknemer. Zodat hij/zij goed kan samenwerken met de bedrijfsarts en de werkgever, én met de behandelaar.

Vanuit patiëntenvereniging Hoofdpijnnet heeft Alex meegewerkt aan de handleiding die geschreven is over Mijn Re-integratieplan. De handleiding voor professionals die mensen met gezondheidsklachten ondersteunen in hun re-integratieproces. Maar hoe is hij vanuit zijn opleiding op dit werk gekomen? Als één van de laatste lichtingen dienstplichtigen deed Alex beroep op de wet gewetensbezwaren en werd hij ‘te werk gesteld’ bij een arbeidsbureau. Dat was voor hem de start van mensen begeleiden naar werk.

Hoe is het jou vergaan in dit werk?

‘Bij het arbeidsbureau heb ik via interne cursussen het vak geleerd. Ik had het daar erg naar mijn zin. Een aantal jaren later werkte ik bij een re-integratiebedrijf dat snel groeide. In twee jaar gingen we van vijf naar vijftien mensen. De werkdruk was enorm. In die tijd, op mijn 33e verjaardag, werd ik wakker met een enorme hoofdpijn. Ik had wel vaker hoofdpijn, maar die keer was het van een andere orde. Dat was mijn eerste echte migraineaanval. De klachten gingen daarna van kwaad tot erger. Na ongeveer een jaar had ik dagelijks last van hoofdpijn, gecombineerd met heftige aanvallen van migraine. Ik besefte: dit is niet goed voor mijn gezondheid. Kerst 2002 zei ik tegen mijn vrouw dat ik wilde stoppen met mijn werk. Maar dat vond zij toen niet zo’n goed idee, want ze was hoogzwanger van onze oudste zoon. Ik heb toen nog even door geploeterd. Ging een dag minder werken, vier keer negen uur, en daarna nóg een dag minder, drie keer acht uur. Een half jaar later was het echt klaar. Ik heb toen ontslag genomen. Dat was een ingrijpende stap, die ik niemand zomaar zal adviseren. Ik werd fulltime huisvader. Later combineerde ik dat werk met verschillende parttimebanen: orderpicker, winkel/magazijnmedewerker bij de Makro en interviewer bij de Universiteit. Uiteindelijk ben ik gere-integreerd in mijn oude werk als re-integratie- en loopbaancoach, maar dan als zzp’er. Met veel extra bagage.’

Wat hield die extra bagage in?

‘Vanuit mijn opleiding ken ik de wereld van de theoretisch opgeleiden, HBO en universitair, en hun werkomstandigheden. Bovendien heb ik op de Universiteit gewerkt. Maar ik ken óók de wereld van de praktisch opgeleiden, LBO en MBO. Ik denk dat ik goed begrijp hoe het is op de werkvloer, omdat ik daar zelf heb gestaan. Daar zijn de regels anders. Er zijn bijvoorbeeld veel minder regelmogelijkheden, dan op kantoor. Door mijn werkvloerervaringen kan ik goed aansluiten bij praktisch opgeleiden, en goed met hen meekijken en meedenken, wat precies wél en niet mogelijk is. Daarnaast ben ik door de jaren natuurlijk veel ervaringsdeskundiger geworden in het leven en werken met migraine.’

 

Maakt het uit dat je ervaringsdeskundig coach bent?

‘Zeker. Dat is een enorm pluspunt! Net als mijn cliënten nu, ging ik zelf óók te lang door, terwijl het eigenlijk niet meer ging. En dan kun je wel aanpassingen doen in het werk, of minder gaan werken, maar dan is het soms gewoon te laat. Dat was het voor mij. Dus raakte ik burn-out. Later leerde ik hoe dat had gewerkt: dat de kans op helemáál uitvallen groter is, als je niet accepteert dat je hebt te dealen met ernstige klachten, en als je ook geen openheid geeft over wat je wel en niet aan kan. In dat acceptatieproces heeft het mij erg geholpen, dat ik een pauze in mijn loopbaan had. Daardoor heb ik kunnen ‘resetten’. Openheid over wat je wel en niet aan kan, is trouwens niet alleen nodig naar je werkgever, maar ook voor sociale steun privé. Uiteindelijk ben ik als zzp’er gaan werken. Met het grote voordeel van regelmogelijkheden. Ik kan mijn werk zelf indelen en kan vanuit huis werken. Zo kan ik mijn wisselende belastbaarheid managen. Wat ook belangrijk is, is dat ik nu dondersgoed weet dat geen migraineaanval gelijk is. Én niet-te-vergeten: dat ze tot 3 dagen kunnen aanhouden, en soms zelfs nog langer. Daar zit dan wél alles bij hoor. Een vóórfase, waarin je het voelt aankomen en je al niet optimaal functioneert, het hoogtepunt, waarop je in bed ligt met de gordijnen dicht, én een náfase, waarin je weer langzaam bij komt. Je bent dan nog moe en slap. Het kan voelen alsof je een marathon hebt gelopen. Maar je kunt dan al wél weer wat doen. Dat die fases er zijn, weten de meeste mensen niet. Ook veel patiënten niet. Dat zorgt voor veel onbegrip en maakt dat mensen met migraine veel suboptimale tijd hebben. Mijn eerste vraag is ook altijd: ‘hoe is het vandaag?’. Als ervaringsdeskundige heb ik dan aan een half woord genoeg. Omdat ik weet hoe het is. Het gaat erom dat mensen met die wisselende belastbaarheid leren dealen. Daar moet je mee leren leven, en zeker ook in werk. De vraag is dan wat er nodig is om aan het werk te gaan, en te blijven. Welke aanpassingen er geregeld moeten en kunnen worden.’

Je kent Mijn Re-integratieplan. Werk je er ook mee?

‘Ik heb er een tijd actief naar verwezen, maar daarna niet meer. Dat liep gewoon zo. Nu ik het onlangs weer bekeek, dacht ik: ‘het is eigenlijk heel goed’. Ik ben van plan er binnenkort weer eens goed in te duiken, zodat ik het weer kan inpassen in mijn werk. Waarom? Het programma stimuleert zelfregie en daar ligt wat mij betreft de sleutel tot succesvolle re-integratie! De onderdelen ‘zelfportret’, maar zeker ook ‘re-integratie’, met informatie over wet- en regelgeving en rechten en plichten, zijn beide heel nuttig. Verzuim en wat daar allemaal bij komt kijken is lastige materie. De juridische informatie is uitgebreid én moeilijk. Dat kunnen mensen die ziek zijn er over het algemeen niet goed bij hebben. In Mijn Re-integratieplan staat het allemaal kort en duidelijk, behapbaar, uitgelegd. Dat is goed, want less is more. Het ‘zelfportret’ biedt iets anders, namelijk structuur en houvast. Je kunt de 10 stellingen van het zelfportret vaker invullen en daarmee zien hoe je situatie verandert en verbetert. Bovendien is dat gekoppeld aan informatie die op dat moment bij je past. Als coach kan je daar gericht op sturen en opdracht geven om een specifiek onderdeel te lezen. Of bijvoorbeeld: ‘kijk naar het onderdeel ‘aanpak’. Want dat onderdeel biedt ook heel veel, en leent zich ook prima om als coach samen met de cliënt door te nemen. Dat samen is vaak heel belangrijk, want mensen die erg lang met klachten kampen, of vaak ziek moeten melden, worden daardoor vaak wat fatalistisch. Omdat het steeds maar niet over gaat. Dat fatalistische gaat dan onder andere over werkaanpassingen: ‘Dat lukt bij ons toch niet’, zegt iemand dan. Eenzelfde patroon zie ik vaak bij bezoeken aan de bedrijfsarts. Vanuit de bedrijfsarts gezien is het logisch dat die kijkt naar wat iemand maximaal aan kan. Dat is namelijk precies wat zijn functie is; hij móet gaan voor het positieve perspectief van terugkeer naar werk. Maar de zieke werknemer denkt meteen: ‘Dat kan ik niet. Nog lang niet; dat is véél te veel’. Dat je stap voor stap naar dat maximale toe kunt gaan, dat wordt vaak niet benoemd. Of niet goed genoeg, of inderdaad te vroeg. Ik begin daarom juist bij: wat kun je nú mínimaal aan. Begin eens op nul, zet van daaruit een eerste klein stap, en bouw dát heel langzaam op. Je moet weer vertrouwen krijgen. Om een nulpunt te vinden, laat ik mensen met migraine minimaal 12 weken hun belastbaarheid zelf bijhouden: ‘wat gaat wél goed, hoe vaak is wat ik deed wél gelukt?’ Maar ook: ‘wat ging minder en hoelang duurde dat?’ Mensen houden ook bij hoeveel tijd ze verliezen, omdat ze plat liggen. Want die tijd hebben ze sowieso niet. Zo stimuleer ik, net als Mijn Re-integratieplan, dat mensen naar zichzelf kijken, en zichzelf serieus nemen in hun klachten. En dus ook in het contact met de bedrijfsarts.’

Wat is jouw hoop? Wat is je ambitie?

‘Dat we verder toegaan naar integraal kijken en naar meer samenwerken. Zoals in de zorg die breder gaat kijken en leefstijl meeneemt. Vorig najaar was er een congres Arbeid en Gezondheid. Dat werd georganiseerd door de twee ministeries die over die thema’s gaan. Het ministerie van Sociale Zaken & Werkgelegenheid én dat van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Vanuit de overheid wordt dus duidelijk onderschreven dat er samenwerking op gang moet komen. Tussen de Arbo-dienstverleners, met als dokters de sociaal geneeskundigen, dat zijn de bedrijfs- en UWV-verzekerings-artsen, én de curatieve artsen, de behandelaars zoals huisartsen en specialisten. Voor migraine zijn dat hoofdpijnneurologen werkzaam in één van de vele hoofdpijncentra die Nederland rijk is (zie: www.hoofdpijncentra.nl). Die samenwerking komt op gang. Dat gaat langzaam, maar vanuit Adviespunt werk van Hoofdpijnnet (zie: www.hoofdpijnnet.nl) zien en merken wij wel beweging. Er komt gelukkig écht meer aandacht voor samenwerken. Daarin past Mijn Re-integratieplan helemaal. Want dat programma faciliteert de werknemer. Zodat hij/zij goed kan samenwerken met de bedrijfsarts en de werkgever, én met de specialistische behandelaar.’

Wat zou je ons nog mee willen geven?

‘Ik denk dat het UWV een heel belangrijke partij is om mee te krijgen. Als zij naar Mijn Re-integratie-plan verwijzen, dan heb je meteen body. Voor mensen met een Ziektewet(ZW)-uitkering, de zogenaamde ‘vangnetters’, vervult UWV de werkgeversrol binnen de wet Poortwachter. Ik verwacht dat ZW-Arbo-re-integratiebegeleiders van UWV heel blij zullen zijn, als ze naar Mijn Re-integratieplan kunnen verwijzen. Dat kan heel goed een laagdrempelige eerste stap zijn om cliënten te activeren. In voorkomende gevallen zouden ze daarbij dan aan kunnen geven: ‘kijk of je hier een gespecialiseerde coach kunt vinden’. Tja, en dan snijdt het mes aan twee kanten. Ik hoorde trouwens laatst van een UWV-er dat zij intern een ‘re-Integratiewijzer’ hebben. Als je Mijn Re-Integratieplan daarin zou kunnen krijgen, dat zou denk ik geweldig zijn’.

Een ervaringsdeskundige (of gespecialiseerde) re-integratiecoach maakt écht het verschil, merken we weer in dit interview. Mogelijk kunnen we gebruik maken van de tendens naar meer samenwerking. Want het verbinden, het samenwerken, het gezamenlijk afstemmen op de behoeften en mogelijkheden van mensen met een chronische aandoening: daar werken we aan!